Earlier this year I had a call from Marieke van Rooy, inviting me into a little collaboration, and a stay at the boshut of Sonja Prins. She thought it would be my kind of thing – the place, and the creative time alone. I am mother to a small child, and live with my Dutch artist husband in a small, woody area in Belgium. But I am South African, from Cape Town, and my natural habitat is low fynbos and rocky mountains. These European woods are an exotic thing to me. They are the woods of fairytales and British kids books. Walking through Sonja’s wood, drinking a coffee outside the boshut in the morning, inside a dense field of birdsong, I was living inside a story. I was even lucky enough to one morning see a weasel pop out from under the hut – an ultimate exotic animal, and my nickname as a child.
Maybe it’s was the woods, or the slow browsing through Sonja Prins’ life (in poetry), or the many works of fiction that I’ve been reading over the last while – probably all of these things and more – but there were things brewing inside me, slipping between life and fiction, desire and actuality. I came equipped for my stay with two axes and a recently written text. I spent my days at the boshut chopping wood, walking, writing, eating. I read poetry also, but interspersed it with two bestseller novels, both of which have been turned into films. And the performance that I was developing during my time at the boshut, The Woodcutter, has something of this filmic quality to it. I enjoy feeling my thoughts shift to words and my words shift to image and the images taking on life in my mind, like an internal book-to-film adaptation. As I chopped wood, with a long splitting axe that made my back muscles scream, I imagined myself as someone else. An alter ego was emerging. And in the sweaty, focused concentration of woodchopping, I felt strong, and sexy. Being alone in the boshut, it felt like anything was possible. A brief, odd adventure. A fleeting habitation of place and potential other lives. Aware, also, of the women who were here before me, each of them finding their own freedom and sense of possibility in the place. Open for ideas. Quiet, except for the fabulous, trilling, sometimes raucous calls of the birds and, perhaps, a glimpse into the private life of a weasel. ~~~ Thank you to Marieke for the gift of this collaboration. Thank you to Eric and Claudette for making me feel a welcome part of the place, and taking care of all the practical things. xx Leila Anderson Al jarenlang verzamelde ik liedjes op mijn telefoon. Als ik een idee kreeg voor een lied, dan pakte ik mijn telefoon en nam een eerste versie op. Soms een heel couplet of refrein, maar vaker nog één zin of alleen een kort melodietje. Op die manier verzamelde ik meer dan 100 liedjes, die allemaal nog niet af waren. Ik wilde ze wel afmaken, maar wanneer? In mijn drukke leven kwam het er gewoon niet van. Ik besloot op zoek te gaan naar een plek waar ik twee weken lang ongestoord zou kunnen werken aan het afmaken van mijn liedjes. Die plek vond ik in AnnAtopiA. Van 17 februari tot en met 2 maart 2024 verbleef ik in het Boshuis, het tiny house naast de Boshut. Bij aankomst werd ik hartelijk ontvangen door Eric en Wilco. Ik installeerde mijn elektrische piano voor het grote raam en probeerde een gigantische hoeveelheid spullen in een tiny house te proppen, wat wonder boven wonder lukte. Nadat Eric en Wilco waren vertrokken probeerde ik me hun instructies zo goed mogelijk te herinneren. Het was namelijk van belang om de accu’s opgeladen te houden, zodat ik de piano gedurende mijn gehele verblijf kon blijven gebruiken. Het tiny house was van veel gemakken voorzien, maar toch was het erg wennen, vooral die eerste nacht in het pikkedonker, met het onheilspellende geluid van de bosuilen. Ik wil de twee weken in het bos het liefst zo min mogelijk invloed van buiten, dus op de eerste dag de-installeer ik WhatsApp. Dat geeft veel rust; mijn dierbaren weten dat ze me kunnen SMS-en, maar de constante stroom aan ‘appjes’ is opgedroogd. Eindelijk rust, dit zou ik wel vaker willen! Tijdens mijn residentie, begon ik iedere dag met een wandeling van ongeveer drie kwartier door de bossen in de omgeving. Het weer was erg druilerig, maar gelukkig niet extreem koud. De zon liet zich helaas weinig zien, maar omdat ik de meeste tijd in het Boshuis doorbracht was dat niet zo erg. Ik ben een paar keer naar de Boshut gegaan om daar een beetje rond te snuffelen. Ik vond het mooi om te beseffen dat Sonja en Anne daar zo duidelijk hun stempel hadden achtergelaten. De levensverhalen van Sonja Prins en Anne Pillen waren een grote inspiratiebron voor mij die zeker ook invloed heeft gehad op de uiteindelijke composities. De eerste paar dagen vloeide de creativiteit rijkelijk. Na de eerste drie dagen, waren er al vier nummers af! Ik schreef in het Engels, in het Nederlands, up-tempo en ballad en probeerde me al voor te stellen hoe het moest gaan klinken met synthesizers in plaats van piano. Ik ben in mijn element en besef dat ik dit veel vaker wil doen; het is zo gaaf om een idee uit te werken tot een volwaardig lied! In de tweede week van mijn residentie slaat de creatieve vermoeidheid een beetje toe en duurt het veel langer om een nummer af te maken. Dit komt ook omdat ik de moeilijkste klusjes steeds heb uitgesteld. Toch lukt het me om aan het eind van mijn residentie 10 nummers af te hebben gemaakt en dat was ook precies mijn doel! Als ik op 2 maart het Boshuis verlaat, kijk ik terug op een inspirerende tijd waarin ik veel heb kunnen creëren. Het heeft me ook veel geleerd over creatieve arbeid. Ik zou in de toekomst nog wel een keer een residentie willen doen, maar dan maximaal een week. Wie weet keer ik binnenkort wel weer een keer terug in AnnAtopiA want het is een prachtige plek, waar ik Sonja Prins en Anne Pillen ontzettend dankbaar voor ben. Liefs, Arjan Lienaerts Arjan Lienaerts was te gast in AnnAtopiA AiR van 17 februari t/m 3 maart 2024
Ik ben een multidisciplinaire beeldende kunstenares. In december 2023 heb ik een week mogen werken op het magische AnnAtopiA. Het was een geweldige ervaring om in de stilte van de natuur te verblijven. Zelfs binnen een week in de boshut had ik mijn rust kunnen vinden. Het leven werd langzamer en rustiger, waardoor ik mijn gedachten helder kon horen en me op de omgeving en mijn werk kon focussen. De contrast met de stadsleven is groot. Elke dag schreef, las en creëerde ik een beetje. Ik werkte aan een constructie voor een performancevideo. Hieronder vind je stukjes van mijn gedachten en mijn werk. Het verstrengelen van takken en spinnenwebben. De regen wast de bomen en de grond. Het geluid van de kachel doet denken aan een trein. Het bos leeft; zelfs in december zingen de vogels hier luid. Hier wil je niet haasten, de tijd gaat langzaam en vloeiend. Er is zoveel liefde en zorg in deze plek gestoken, mensen die hun tijd, energie en liefde hebben gegeven. Ze hebben hier boodschappen achtergelaten voor degenen die nog zullen komen. Verstrengelingen van takken, spinnenwebben, levens. Kantwerk. Hier wil je niet hard praten. Het gebladerte omhelst alles om zich heen – de grond, de paden, het huis. Het lijkt wel alsof het beschermt tegen overbodige geluiden. Avonden zonder lawaai, met boeken bij kaarslicht. Langzame dagen gevuld met innerlijke dialogen, twijfels, antwoorden, op zoek naar rust en harmonie. Anna Kudryashova was in december 2023 te gast in AnnAtopiA AiR
Tijdens deze editie van de open boshutdag werd aandacht besteed worden aan de publicatie 'Rondom Sonja Prins'. Lees hier het persbericht terug.
Van bladerdak tot wortelgrondEen zomerweekje in het boshuis op AnnAtopiA, voor mij als vertrekpunt ’n open avontuur. Dagelijks mijn rondes met vierpootkruk door het bos, steeds meer gaan zien, voelen en ervaren. De ene dag meer het accent op de wortels, de bodem, de aarde en het staan, de bomen die zo stevig staan en dan ineens vertakken, een V vorm(of tweespoor) waar vanuit de stam een hele vrije veld ruimte aangegeven wordt, Verwondering, Verbinding, Victorie, Vrede woorden met een gebaar, Vrijheid, ik werd ook zekerder in het lopen en bewegen in ’t bos van Armen strekken en de vreugde voelen. Er kwamen mooie vondst- takken bij de hut die door het weven/sporen met draad een soort van wegwijzers werden. Ook een boom die een blauwe punt had misschien een kap-optie, daar maakte ik een hemelladder voor. Een stapel steenprofielen, als markering van een wortelstelsel die twee bomen verbindt, onzichtbaar onder de grond, bewust van een enorme ruimte. Ook het bladerdak, de luchtfoto’s met wolken, transparantie en blauwe diepte ontroerde me. Vooral even wat poezie: echt stilzitten rond het schoongemaakte badje van Sonja, gevuld met water en daarin spiegelingen vangen van bomen/ bladerdak, en daarin spelen met een papiergevouwen bootje, ’n woordeloze brief aan de vorige behoeders van dit bos. Ik heb wat bladeren gevangen in papier. De drie bomen zo naast elkaar als een soort van nieuwsgierige meisjes, wachter-essen heb ik ('n oranje lap in repen gescheurd), verbinding zichtbaar gemaakt. Het zo bezige zijn, met de zintuigen steeds meer open, gaven me een andere helderheid in schrijven. Maar het fysieke spelen en scheppen was het echte bewegen en zo hielp me het boekje van Elisabeth Gilbert: ‘Big Magic’, wat dieper in mezelf af te vragen waarom/waarvoor/waartoe. Ik ben erg productief geweest qua lezen/schrijven en contact maken met het bos. Verder begon ik aan een tekenboekje, de groeivorm van de Vertakking (twee spoor wegwijzers), met kleurpotlood in allerlei stemming/sferen en vooral intuïtief een aantal schetsjes per dag, meer ’t tekenen van de tekens dan hele verhalen! Het werkt nu nog na om met de foto’s hier weer andere woorden aan te geven. Op alle fronten was mijn AIR week bijzonder, opladen, nieuwe taaltekens die vanuit de stilte mij juist erg het bos en de individuele bomen hebben laten zijn. Op stroom: van het een komt er ruimte voor het andere! Want alles is met alles verbonden, van bladerdak tot wortelgrond! “Ik bouw een gedicht, meer ogenstrelend vlak”. Ik ben autonoom vormgever, studeerde in Tilburg (1988-1993) Naast de natuur, als inspiratiebron zijn het mijn levenservaringen waar ik met materiaal in de ruimte sporen/tekens zoek/maak en juist in de breedste zin het woord en het beeld laat spreken." Veronique Rademaker was te gast van 29 juli t/m 4 augustus 2022 | www.verademkunst.nl
PADVLINDER Boomgebrabbel rond sprokkelwoud waar kissebed de streekhoorn kruist, kastanjer zich voor slaapwankel houdt en een laatsnoeier over ‘t landgoed muist. Natuurlijk spektakelstuk
Gestaag neemt de natuur mij waar en ben ik na een paar uur alleen ineens samen met al het lentegroen, de meer dorre bladeren, mosmolme grond, staande stammen en drijvende lucht. Ik wordt gedragen, waar ik ook sta. Geworteld. Het is goed. Ik hoef me niet te roeren om in vervoering te zijn. Mijn ogen dwalen naar boven. Stammen takken leiden de sapstroom omhoog. Klimop er omheen gekropen herinner ik me de wenst de bomen ervan vrij te maken, de klimop voor -af- te laten. Wat als juist deze lange scheuten niet over zijn maar overbruggen; speelveld duiden in het horizontale vlak. Als een groene sleep volgend over het bladerdek, ruist het achter me als een beek verderop. Vind ik mijn weg tussen de bomen; schuren scheuten langs basten; zo vind ik een lichte plek achter op het landgoed. Daar draait een grote wortelkluit zich in vertraging om. Een spektakelstuk van de natuur in volle gang. De zanderige plak aarde tussen de wortels wordt gestaag uit de grond losgetrokken. Er tussen ontstaat een nieuwe habitat. Dit spektakelstuk staat voor nieuwe ruimte die we zelf ook kunnen ontdekken als we ons daadwerkelijk tot de aarde keren. Verkennend vallen me nog een aantal bomen op die verre van recht geworteld staan. Allen dragen ze een rode stip; schijnen met de tijd gerooid te zullen worden. De scheuten van klimop gaan door mijn handen; als vanzelfsprekend, om deze toekomstige ruimte te markeren. Ineens ontstaat er een -binnen- buiten, vormt het vlechtwerk aanleiding om ideeën van verkenners te omsluiten. Motivatie Met Claudette was ik voor een tweede keer in drie jaar op het terrein te gast en merkte dat er zich direct ook dit keer weer een kant van mijn creatieve zelf zich opende welke in de gejaagde randstad verborgen blijft. De Boshut en het Boshuis te midden van het lommerrijke groen refereren aan de hutten die ik vroeger in het bos achter mijn ouderlijk huis bouwde. Mijn hele leven heb ik in Rotterdam gewoond, eerst in het groen, daarna in Blijdorp, groen maar toch centraal. De stad trok me aan, heeft me gevangen, waarvan ik me sinds enige jaren los probeer te worstelen. Via taal en beeldtaal wil ik langs mijn wortels naar beneden glijden, het verband onder mijn geconstrueerde realiteit opnieuw leren verkennen. De aanzet voor deze route heb ik inmiddels gemaakt. Beoogd kunstresultaat: Nature Humaine, de aarde als zetel Bij de start en het slot van de verblijfsdagen in AnnAtopiA omschrijf ik de tocht richting mijn kern, de verkenning van mijn eigen binnenland en belevingswereld. In de tussengelegen tijd denk ik, voel ik, schets ik en bouw ik aan een plek waar de aarde mij kan vatten, een plek in AnnAtopiA AiR die me als een zetel kan dragen. Materialen verzamel ik tussen de bomen op het kavel, op tochten door de omliggende bossen en akkers, op reis door mijn verbeelding en innerlijke belevingswereld, mijn menselijke natuur. Kijkend door vele vensters vorm zich een nieuw beeld van mijn eigen realiteit. Ben ik in rust één met mijn eigen natuur en de aarde die daarvoor een zetel biedt. Ik zie het als een persoonlijk doel om mijn passie voor kunst niet alleen te zoeken op beurzen, maar ook in mijzelf terug te vinden en meer te kunnen gaan praktiseren. Wouter Storm was in mei 2022 te gast in AnnAtopiA Meer info www.wouterstorm.com Een boshut om je af te vragen of woorden troosten en om Sonja Prins te herinnerenVanaf 1972 tot kort voor haar dood in 2009 woonde dichteres Sonja Prins als een kluizenaar in haar boshut in het buitengebied van Baarle-Nassau. Daar schreef ze en ordende ze haar literaire nalatenschap. Na haar dood raakte de hut in verval totdat enkele liefhebbers zich erover ontfermden en de hut en het terrein een nieuw leven gaven als thuisbasis voor de Stichting AnnAtopiA.
tekst: Carina van der Walt | foto: Joep Eijkens Lees hier het gehele artikel dat op 26 november 2021 verscheen op brabantcultureel.nl De afgelopen 3 weken mocht ik verblijven in de boshut en het bijhorende kunstenaarsverblijf. Hier heb ik een oase van rust en een onuitputtende bron van inspiratie gevonden. De residency was voor mij een “werkvakantie” waar ik hoopte weer plezier en zin in het maken van mijn werk terug te vinden en mijn vlam weer aan te wakkeren. Het ritme van de natuur Ik ben zo’n persoon die de opstelling van haar studentenkamer wel 3 keer kan veranderen in een jaar tijd. Het duurt dan ook eventjes voordat ik me ergens op mijn gemak voel. Dit geldt voor nieuwe mensen én voor nieuwe plekken. Het duurde dan ook wel eventjes voordat ik mijn plekje had gevonden bij AnnAtiopiA. De eerste aantal dagen heb ik besteed om de boshut, het boshuisje en de omgeving te leren kennen en mijn draai te vinden. Omdat het kunstenaarsverblijf maar van een minimale hoeveelheid stroom is voorzien merkte ik al snel dat ik mijn gebruiksgedrag hierop had aangepast. Ik was vaak vroeg op om zo het meeste uit het daglicht te halen. Ik had verrassend weinig moeite met mijn bed uit te komen en vond al snel een ochtendroutine. Sommige ochtenden maakte ik na mijn ontbijt een grote boswandelingen om zo de omgeving te verkennen, andere dagen bracht ik door in het kunstenaarsverblijf waar ik de rest van de ochtend A walk in the woods van Bill Bryson aan het lezen was; Een vermakelijk boek vol met anekdotes, geestige humor en informatieve achtergrondinformatie over de Appalachian Trail. Het boek volgt Bill en zijn vriend Katz in hun tocht over het voetgangerspad dat dwars door Amerika loopt. Ik heb het hele boek met een glimlach zitten lezen en er waren zelfs enkele keren dat ik hardop heb zitten lachen. Het gemis van de rust Ik besefte dat mijn residentie er weer op zat toen ik afgelopen maandagochtend door de Rotterdamse binnenstad fietste op weg naar mijn werk. En na drie weken in serene rust doorgebracht te hebben, waren de stedelijke geluiden een indringer die me bombardeerde van alle kanten. Toeterende auto’s, voorbij scheurende scooters, de vele nieuwe schoolgaande kinderen en meer naamloze bombastische geluiden waren in sterk contrast met de serene rust van AnnAtopiA. En nu ik deze woorden schrijf, drie dagen na het einde van mijn residency, verlang ik weer naar de rust en ruimte die AnnAtopiA mij te bieden had. Donata Meijer was te gast van 23 augustus t/m 12 september 2021.
Donata was de 25e AiR. Begin juli verbleven dichter en mediakunstenaar Carlijn Verstappen en beeldende woordkunstenaar en muzikant Hans de Wolf in AnnAtopiA. Hans en Carlijn hebben allebei een woordenkriebelorgaan dat zo nu en dan begint te resoneren als ze samen zijn. Dat mag wel eens in een intensiever samenwerkingsverband vonden ze, en zodoende verbleven ze samen in AnnAtopiA. Ze werkten samen aan de stop-motion animatie “Smeltkabouter” die gebaseerd is op een meditatieherinnering die Carlijn had tijdens een 10-daagse Vipassana retraite. Voor iedere dag in AnnAtopiA was er een passend woord welke Hans vlijtig bijhield op berkenschors. Beiden werden ze geïnspireerd door de omgeving om te schrijven en werden er (wederom) portalen gevonden naar andere dimensies. Bepaalde geluiden uit het bos zijn opgenomen door Hans en verwerkt in een soundscape die ze op de Open Boshutdag op 24 september 2022 delen met de bezoekers. Carlijn leest daarbij teksten voor. -- Een jaar geleden verbleef ik met ontzettend veel plezier en verwondering in AnnAtopiA. Stiekem is het een plek die ik in mijn hart gesloten heb en waar ik ieder jaar graag weer naartoe kom. Als ik de kans niet had genomen om er te gaan schrijven en na te denken over mijn gedichten, zou er nooit een poëzieproject bestaan dat “Toen ik 9 was en ouder werd” heet. Het is een project waarin je wordt meegenomen in een wereld waarin poëzie de taal is waarmee we met elkaar kunnen communiceren. Aan de hand van mijn gedichten die ik schreef van mijn negende levensjaar tot nu, geluidsfragmenten en opdrachten kom je in aanraking met poëzie. En hoop ik een klein tipje van de sluier van verwondering die daarachter kan liggen, op te lichten. Inmiddels krijgt het project steeds meer vorm en ben ik bezig met een pilot van het project in het onderwijs te introduceren. Daarnaast wil ik dat iedereen het poëzieproject kan ervaren en kunnen mensen de “dichtbundel” pre-orderen tijdens de Open Boshutdag op van AnnAtopiA op 24 september 2022. -- De Boshut
Als het regent, ben ik thuis. De stress van het dagdagelijkse is deels weggesijpeld en ik zit op de tuinbank voor de Boshut. Elke golf van het golfplaten dak vangt de regendruppels op en vormen kleine watervalletjes die me verbazend doen denken aan de zangbalkjes van karaoke apps of Sing Star. Lang, laaang, kort, kort, krt, lang, lang, kort... Op de maat van de regenmuziek neurie ik mee. Anne Pillen. Sonja Prins. En nu ook vele anderen. Ze liepen hier over de humus. Bramenbladeren tellend. Lianelengte mijmerend. Levenszin bezinnend. Een woordenwandeling langs het Badpaadje. Deze plek maakt eerlijke roestrafelrantjes in je hoofd. Wat ik hier doe? “Leren om jezelf een dichter te noemen,” fluisteren de slimme geknakte berken. “Oh ja, dat was het,” fluister ik. Telkens wanneer er een druppel op de bramenbladeren valt, weerspiegelt het in mijn ogen. Een twinkel uit het bos. Kleine voetjes die de blaadjes als springplank gebruiken. De Boshut laat het over zich heen komen Een ode aan de gedode tijd - Thuis, terug in Baarle PAPIER WATERDICHT MAKEN 240 gr aluin 100 gr castillezeep 60 gr arabische gom 120 gr natuurlijke lijm Er vindt een gehaaste schrijfontstopping plaats. Is de prop er nu uit en wordt alles nu stuurloos en met een stuwkracht van jewelste uit mijn hoofd geduwd? Daar lijkt het wel op. Rustig probeer ik uit te haasten door van een oud boek papieren lampionnetjes te maken. Zelfs naar het dorp geweest om bovenstaande ingrediënten te zoeken maar vond alleen aleppo-zeep. De rest bleek te ouderwets om zo bij de drogist te kopen. Het klinkt als een kolderlijstje, een recept voor een heksenbrouwsel. Heksenbrouwsels zijn vaak wel een stuk duurzamer voor de aarde want het goedje waarmee ik de pagina's van mijn lampionnetjes mee heb ingesmeerd, is toch een beetje twijfelachtig. Ik merkte op dat ik helemaal in de war ben over het feit dat ik in Baarle ben. In de Tervo wisten ze wie mijn zus was en de spaarpunten kwamen op de klantenpas van mijn moeder. Ik ken de weg hier en toch ook weer niet. Ik wist niet dat er zo'n groot stuk bos om de Visvijver zat. Er zijn nog minstens drie paden op loopafstand van de Boshut waarvan ik geen idee heb waar ze heengaan. Ik hoorde gisteren blije mensen schreeuwen in de verte. Iets met voetbal geloof ik. Vandaag is er iemand jarig vlakbij. Lang zal ze leven schalde vrolijk door het Goordonk. "Wie zal vriend van mijn jeugd zijn als ik het niet ben?" Vond ik hier ergens. Letters vrolijk rood gestempeld. "Tja. Goeie vraag," denk ik terwijl ik de lampionnetjes in het kleine kasje hang. Ze hangen daar thuis. Wat is een dichtbundel? IJverig heb ik dan na anderhalve week alle gedichten die ik tot nu toe ooit heb geschreven, genummerd, herlezen en hardop voorgedragen aan alle kevers en nachtvlinders en twijfel ik nu of ik er niet een lekker kampvuurtje van ga maken. Herlezen wat ik schreef als kind, als tiener, als jongvolwassene brengt een hoop naar boven. Het laat me weer langzaam afdalen naar het punt waarop ik begon met schrijven. Ik ben, warempel, gegroeid. Want dat doen mensen. In welk habitat dan ook. Losstaand van het feit dat niet ieder habitat passend is voor haar bewoner. In het habitat AnnAtopiA groei ik gestaag door. Er heerst een gunstig klimaat daar,voor een jonge dichter en haar gedichten. Ze voelen zich wel lekker zo uitgestald en uitgesproken onder het gebladerte. Met mijn tenen in de humus bloeien er langzaam ideeën op voor wat nou een dichtbundel zou kunnen zijn. De vochtige aarde en de inmiddels vermaarde klimop geven me het idee dat een dichtbundel niet altijd een boek moet zijn zoals we het kennen. Klimop groeit ook maar door. De dichtbundels die stilzwijgend in de boekenkast staan zouden ook wel eens diep willen zuchten, groeien, bladerademen, maar het lukt hen niet. Het begint te dagen dat ik mijn gedichten wil delen met de wereld, ze vrij wil laten op wat voor manier dan ook, als het (nóg) maar geen boek is. Een gelaagd geheel dat groeit, uitnodigt om te kijken, te luisteren en héél misschien, een klein beetje, van poëzie te gaan houden omdat je weet hoe en waar het groeien kan. "Verwant aan mijzelf is de communicatie in dichtvorm, dat wil zeggen niet in directe maar in indirecte uitdrukkingswijzen met gebruik van associaties en metaforen." - S. Prins Carlijn Verstappen en Hans de Wolf waren begin juli 2021 te gast in AnnAtopiA Meer info: madame_p.q / www.hansdewolf.com Bij leven hebben ze elkaar nooit ontmoet. En toch is er nu sprake van een coproductie; dicht- en fotokunst ontmoeten en versterken elkaar in zogenaamde levenskunstkaarten.
Levenskunstkaarten gemaakt door een gedicht van kunstenaar Anne Pillen uit de bundel DagX te combineren met een abstracte natuurfoto van Zelfsprekend. Het is een serie van 10 verschillende kaarten, ze zijn te bestellen in de webshop van Helena: Zelfsprekend Op 7 oktober 2020 plaatst Joost Sonnenschein op de website van De Reactor deze recensie over het laatste deel van Weegschaal der Aarde van Sonja Prins Verzameld werk 6
Rondom de Boshut en Gedichten 1982-2005 Sonja Prins Een bijna geheime gebeurtenis in de Nederlandse poëzie van het afgelopen decennium was de verschijning van Weegschaal de aarde, het zesdelig verzameld werk van Sonja Prins (1912-2009). Nadat haar proza was gebundeld in haar sterfjaar, publiceerde uitgeverij De Papieren Tijger om het jaar een deel poëzie. Na vier boeken van circa 500 pagina’s verscheen in 2019 de dubbeldikke finale, die haar levenswerk afrondt op 3000+ pagina’s goeddeels onbekend werk: een regelrechte aanwinst. Moet ik mijn zoekmachines geloven, dan heeft dit alles tot nog toe nul (0) reacties ontlokt. Ga ik bij mezelf te rade hoe dit kan, dan herinner ik me schroom om aan de complete Prins te beginnen. Hoewel ik wist dat er bij haar wat te halen viel, weerhield iets me ervan om contact te maken met dit werk. Lang lag Prins’ zesling in een doos naast mijn bureau, onder een groeiende laag leesscrupules. Pas toen Covidius eind maart jl. het tempo onderbrak, haalde ik adem en sloeg aan het lezen. In no time verdween mijn tegenzin en even later was ik om. Binnen tweeënhalve maand las ik haar 2500 gedichten met almaar stijgend respect. Nu ik erdoorheen ben, mis ik mijn Daily Prins en zit er niets anders op dan haar aan te raden aan wie maar wil. Lees dus Sonja Prins, al wie Nederlands leest! Je wordt er sterker, socialer, intelligenter, strijdbaarder, feminiener, linkser, sensitiever, scherper en ecologischer van. Papieren Tijger, Breda, 2019 ISBN 9789067283403 960p. Lees hier de complete recensie. Monique van de Wijdeven speelt in haar fotografische werk met het creëren of juist loskomen van veiligheid en de verhouding tussen mensen, dieren en natuur. Ze zet zichzelf tijdelijk neer op plekken en in groepen mensen die ze vaak zelf samenstelt. Zo organiseert ze tijdelijke families, ‘wolf packs’, die het met elkaar moeten rooien. In deze situaties verkent ze leefwijzen die dichter bij onze basis staan en losbreken van vastgelopen constructies. Van 13 t/m 20 juli 2020 verbleef en werkte ze in AnnAtopiA. In deze blog laat ze haar werk- en denkproces zien. Het is heerlijk stil en tegelijk wemelt het van de vogels. Aan drie kanten zit ik tegen het bos aan. Ik ben gesetteld in het boshuis van AnnAtopiA. In dit tiny house kan ik werken, slapen, koken. Ik zal veel offline zijn deze week, want er is geen wifi en ik moet met aggregaat, accu en omvormer werken om stroom te hebben. Ik houd het voltage in de gaten, die niet onder de 11 mag zakken. Ik neem me maar voor om off grid te zijn als het kan. Goede gelegenheid om alvast voor te bereiden op de survivaltrektocht die ik in augustus met een vriendin maak. Kaarsjes in plaats van lampen, niet te moeilijk koken, niet teveel op laptop werken? Ik ben juist ook hier om mezelf uit het ritme van thuis te halen en me in de natuur te begeven. Ik loop zo in m’n pyjama het bos in als ik wil. Ook in huis dringt de natuur binnen. Met de deur open werk ik aan een tafeltje, reflectie van de struiken neemt m’n scherm over, lichtspelingen op de rolluiken, insecten vliegen naar binnen. Rondom het huis heb ik muisjes bezig gezien, eentje laat zich zien in de keuken (die ik te pakken krijg en buitenzet). Met muziek aan schrijf ik over de thema’s in mijn fotografieprojecten, hoe ik me wil profileren en een ‘4 year plan’. Die plak ik op de ramen om de rest van de week aan te vullen. Schuiven met fotoprints De boshut, het oude vervallen huis naast het boshuis, is fijn om als atelier te gebruiken. Vooraf heb ik veel prints gemaakt van nieuw werk, waaronder een serie foto’s van ontdekkingen tijdens wandelingen (Slow Adventure) en de eerste reis van mij en vriend Pjotr vorige zomer. Ik zoek nog naar een concept of vorm om dit werk te presenteren. Hoe maak ik vakantiefoto’s tot meer dan wat ik erin zie en bij voel? Ik heb ook oudere projecten meegenomen, over het vasthouden aan spullen en een associatieve serie over geborgenheid en vriendschap. Ik spreid alles uit over tafels en vloer, om te schuiven met selecties en verbanden te zien. Ik onderzoek mijn visuele taal en het maakt meer lagen zichtbaar. Prikkels Het hier zijn prikkelt meerdere delen in mij. Het doet me denken aan een landgoed in Zwitserland waar ik in 2017 een maand samenleefde. Er was een guest house dat we onderhielden voor gasten. Ik voel weer hoe leuk dat was en dat het een ambitie in mij aanwakkert. Ik zou het te gek vinden om een residence plek te beginnen, waar ik een atelier heb en makers kunnen verblijven, werken en onderzoek doen. Hier zijn heeft ook iets ongemakkelijks. Ik ben me steeds bewust van leeglopende batterijen en de niet-vanzelfsprekendheid van voorzieningen. ’s Nachts zitten trilspinnen boven m’n hoofd op de vide en buiten hoor ik brekende takjes. De bossen worden overweldigend zo in het pikdonker. Ergens doet het me kwetsbaar voelen en verlangen naar een geborgen plek. Ik voel de tijd verstrijken en bedenk me vaak of ik genoeg doe. Ik ben veel op één plek. Er is geen structuur. Tegelijk smul ik van het boek dat ik lees, Toen ik uit de lucht viel van Juliane Koepcke. Als tiener overleefde zij als enige een vliegtuigcrash. Zonder hulpmiddelen moest ze in het oerwoud overleven en haar weg naar beschaving terugvinden. Een ochtend blijft het water koud. Ik probeer tevergeefs allerlei aansluitingen met boiler en oplader, de aggregaat valt uit met overload alarm. Uiteindelijk krijg ik het aan de gang, ik heb warm water! M’n telefoon gaat extra snel leeg door het 3G gebruik. Bij de AH koop ik de goedkoopste bak vanille ijs om de koelbox bij te koelen, want die trekt de accu inmiddels niet meer. Later blijkt ergens een kortsluiting te zitten waardoor de accu niet oplaadde. Ja, de paradox van werk willen verzetten en daarop focussen, versus bezig zijn met de basale dingen regelen. Grappig genoeg linkt het wel aan een post-apocalyps achtige situatie, waar ik mezelf stiekem graag neerzet, en die ik dan ook weer fotografeer. Zo grijpt het wel weer in elkaar. Tevreden Na een paar dagen voel ik me meer thuis en de insecten zie ik inmiddels wel als huisgenoten. Ik fotografeer, maak omschrijvingen van projecten, bedenk een opzet voor m’n website. Thuis voelt verder weg, ik kan werk laten liggen, hoef niets, doe meer dan ik doorheb en thuis aan toekom. Ik fantaseer over wat ik mee moet nemen op de survivaltrektocht volgende maand. Op instagram stuit ik op een Nederlandse journalist die een nieuw leven begon in Zweden en de term Friluftsliv gebruikt: zoveel mogelijk leven in de buitenlucht. Alles hangt samen Ik kom er steeds meer achter dat alles wat ik doe eigenlijk één ding is. Mijn werk als projectmanager staat niet los van m’n fotografie of wat ik in mijn vrije tijd organiseer. Het gaat over hetzelfde. Me omringen met nieuwe plekken en mensen waarmee ik mezelf uitdaag om los te komen van wat standaard is, dat ook onderzoeken door het te fotograferen. Fotografie ook gebruiken om ontwikkelingen in m’n leven vast te leggen en te verzamelen. Processen managen bij de Academie voor Beeldvorming, met groepen alternatieven zoeken voor vastgelopen systemen. Mensen bij elkaar brengen in jaarlijkse trips naar het fotofestival en landhuis in Arles, Zuid-Frankrijk. Tussen de bedrijven door de natuur in, planten opkweken in tuin en huis, een survivaltrektocht, kamperen, kanoën en klimmen zonder touw. Oefenen voor de post-apocalyps, noemen Pjotr en ik het wel eens gniffelend. En dan hier zitten met de elektra en het buitenleven, rust zoeken waar ook een heleboel gebeurt, vasthouden aan geborgenheid maar mezelf daar ook weer uit helpen. Ik oefen met deze thema’s en ook dat fotografeer ik weer. Het heeft allemaal met elkaar te maken. Feedbackmomenten Ik heb feedback nodig om inzichten te toetsen en verscherpen. Op vrijdag komen Academie-collega’s Klaas, Malou en Meike. Ze zien veel handen, aanraking, handelingen, de wens naar contact maken. Misschien is alles gerelateerd aan enig kind zijn? In de associaties die ik maak, kan ik ook tegenstellingen laten zien. Intimiteit versus afvragen of die er is. Als ik íets lastig vind, is het wel selecties maken, en weggooien al helemaal, maar ik moet een kapstok kiezen waarmee ik logischerwijs beelden selecteer. Kill your darlings.. In het weekend is Pjotr hier. Ook met hem doe ik een werkbespreking. Hij kent deze kanten van mij en herkent wat ik vertel. Ik kies voor tijdelijke plekken en mensen, situaties zonder regels of controle, die ik middels foto’s wil bewaren. Zijn brein werkt anders: herinneringen op beeld maken hem juist melancholisch. Door fotograferen licht ik uit wat ik belangrijk vind en maak ik het onderdeel van mijn geschiedenis. Het geeft houvast en ik bepaal er deels mijn koers mee: wat ik vastleg, help ik waarmaken. Presentatievorm In het bos wil ik een ruimtelijke presentatievorm uitproberen waar je langs kunt wandelen. Ik hang wat prints aan draden in bomen en struiken. De serie Slow Adventure leent zich hier goed voor. Het werkt mooi en speels met de lichtopval en wind. Op de laatste dag presenteer ik m’n fotoseries en ontdekkingen rond de thema’s aan mijn ouders, Pjotr en vriendin Ilse. Ik leid ze langs de kleine expo in het bos en ben blij dat ik ze hierin kan meenemen. Ik heb deze week met aandacht opvattingen kunnen verwerken, betekenis van de projecten en mijn profiel als maker zijn aangescherpt. Zaadjes geplant. Volgende stap in hoe ik deze projecten verder kan brengen, is echt selecties durven maken: beelden kiezen en andere dus genadeloos wegstrepen.
Monique van de Wijdeven www.easylikesundaymorning.net ‘In een wereld waarin ik steeds meer gewend raak aan het stedelijke leven, was ik op zoek naar de natuur. Om terug te gaan naar mijn kern en mijn basis voor mijn beeldende werk. Ik kwam terecht in een oase aan rust, groen en ongelofelijk veel verhalen. Ik kwam met een uitgestippeld plan maar besefte al gauw dat de omgeving iets anders vroeg en daar heb ik naar proberen te luisteren. In het privé mini bosje, zoals ik het noemde, ging ik op zoek naar materiaal en vorm. Materiaal was niet ver te zoeken. Overal lag het mij bijna aan te staren. Vragend of het een nieuw leven gegeven mocht worden. Vorm kwam ook vanzelfsprekend. De bomen, de geliefde paadjes en alle grond die daartussen in lag, maakte lijnen en gebieden die ingevuld konden worden. De rust en vertrouwdheid die ik er voelde zorgde voor een nieuwe laag van maken. Nooit had ik mijn vingers gelegd op het maken van een écht land art werk. Altijd waren het verkapte performances waarbij de vorm slechts een nagedachte was aan de handelingen. Maar nu ging de vorm voor de gebeurtenis. De sporen en het werk dat ik hier zou achterlaten moesten dan ook groter en krachtiger dan ooit zijn. In een plek waar historie bijna ademt, moest mijn werk aan diezelfde energie tippen of het in ieder geval beademen. Het werd een plek waar ik voor het eerst werkte niet met maar voor de omgeving. Nu liggen daar twee werken, twee sporen. Deze zijn dan al wel niet van mij maar voornamelijk voor Sonja Prins, Anne Pillen en natuurlijk AnnAtopiA.’ Maud Faassen (1999) werkt veel met het medium performance. In haar werk draait het om de gebeurtenis van de handeling, het weghalen en toevoegen. Door deze handelingen ontstaat langzaam haar werk. Zo zegt ze zelf: ‘Ik handel dus ik besta’. Haar werk is een bevestiging, een herinnering van wat er is gebeurt en wie er is geweest. Op 22 mei tijdens leest Diewertje Blok in de uitzending van Podium op NPO radio 4 twee gedichten voor uit de bundel Dag X van Anne Pillen. Luister hier het fragment terug. ~ lucht lucht wil ik een plek in mijn eigen bubbel om op adem te komen achter een zanddonk met kriebelige blaadjes een hond als waker ochtendlicht in trouwe ogen een mooie tocht door het bos leven als donderstenen naar een ven in ochtenddauw ~ dwar ik ben voortdurend in dwar gedachten warrelen door mijn kop kan ze niet pakken niet bekijken niet bevatten ze glijden glibberen tussen wild schuimend sop ~ Op de website van Kunsttijdschrift Vlaanderen verschijnt onderstaande recensie van Jooris Hulle over de dichtbundel ‘Dag X’ van Anne Pillen. Dag X
Anne Pillen Een uitgave als ‘Dag X’ benader je met heel veel schroom. In 2017 werd bij Anne Pillen een agressieve hersentumor vastgesteld, waaraan ze in mei 2019 overleed. In de inleiding bij de postuum uitgegeven bundel tekent Wil Molenaar het portret van vriendin Anne: hoe zij zich als creatief therapeut altijd heeft ingezet voor mensen die aan de rand van de maatschappij waren terechtgekomen, hoe zij na het overlijden van dichteres Sonja Prins als tijdelijk gebruiker introk in De Boshut, het schrijversverblijf van Prins in de bossen van Baarle-Nassau, en het restaureerde en inrichtte als ruimte voor kunstenaars en auteurs. Tijdens de laatste periode van haar leven schreef Anne Pillen een reeks gedichten over De Boshut, over de natuur, haar verleden en haar ziekteproces. De gedichten zijn doorgaans kort, vaak gezet in de vorm van een haiku, gebaseerd op impressies die soms verrassend overkomen. Neem bijv. het gedicht ‘asbloem’: ‘zorgvuldig geplukt / verpletterend pulverzwart / op sneeuwwit blad’. Of hoe zij schrijft over de ‘chemokuur’ die ze krijgt: ‘wakkere woekerwaker / stroom mee met mijn bloed / toxines / voor extra leef-tijd’. Uit de verzen spreekt blijvend het verlangen naar warmte, naar ‘uitzicht op zon’, maar ook het besef dat haar krachten afnemen: ‘de natuur is ongeduldig / en irritant / ik kan niet mee / met het dwingend seizoen / snel opgebrand / wil ik trager en trager / liefst niets meer doen / ben niet klaar voor de lentetijd’. (uit: alles gaat door’). Het getuigt van heel veel moed de aftakeling onder ogen te zien: ‘zo bang ben ik voor de vrouw die ik word: een trage vreemderik / met opgezwollen hoofd en dikke buik / grip lijkt tijdelijk / begrip steeds verder weg’. (uit: ‘vreemderik’) Van zwaarmoedigheid is wel geen sprake. Kleine momenten van geluk worden gekoesterd, ‘tegenover elkaar in alle rust ontbijten / samen in de woonkamer / dagdromen / (…) / klein geluk geeft kracht / geeft moed / om door te leven’. (uit: ‘abrupt vervroegd pensioen’). Tot ‘Dag X’ aanbreekt, de dag van het afscheid, ‘alles zal geruisloos gaan, zegt hij / zonder al te scherpe lijn / (…) / alles stom en zonder woorden / die nu vaak mijn houvast zijn’. Of hoe de woorden, het gedicht voor haar een vorm van troost zijn geweest. Jooris van Hulle ~ Papieren Tijger, 2020, 80 blz. EUR 16,00 ISBN: 9789067283526 |
MEDIA & BLOGAnnAtopiA in de media & gastkunstenaars bloggen over hun verblijf bij AnnAtopiA. ARCHIEF
Mei 2024
FILMS |